Review: PMC Prodigy wonderkind nr. 1

pmc prodigy, wonderkind nr.1

Geschreven door: John van der veer

Het Britse PMC is vooral bekend van professionele monitorsystemen die in opnamestudio’s worden gebruikt. Bepaald geen kleine jongens, zowel letterlijk als figuurlijk. In goed gezelschap van ATC, Dynaudio en een paar varianten op de point source modellen, is PMC een klinkende naam in de pro-wereld. Naast de studiolijn heeft PMC tevens een belangrijke stem in home-audio, die bij liefhebbers van exquise high-end een weke blik in de ogen weerspiegelt. De nieuwe Prodigy1 is prijstechnisch van een andere orde dan de grote boys, maar man o man, wat heeft dit opdondertje van PMC inmiddels al aangericht.  

 

Maandag 12 juni, een dag vol verrassingen. In de Artone Studio te Haarlem wordt de nieuwe MU2 van Grimm Audio gepresenteerd en tot klinken gebracht met monoblokken uit de toplijn van Halcro plus de Fact fenestria luidspreker van PMC. Ook als u nooit de kans heeft gekregen live te genieten van dit omvangrijke, vloerstaande wonder (gun uzelf dat plezier, gewoon doen, zet op de ‘to-do’ lijst, verbijstering gegarandeerd), is de kans groot dat u indirect al heel vaak met PMC te maken hebt gehad. Op de grote studiomonitoren van dit merk zijn talloze soundtracks van grote filmproducties gemixt en gemasterd. Een paar titels: Titanic, Mission: Impossible, Pearl Harbor, Game of Thrones, James Bond-kraker Skyfall, Spider-Man 1, 2 en 3, Pirates of the Caribbean en zo kunnen we nog een tijdje doorgaan. We vinden PMC in Paisley Park, het enorme studio/woon-complex van Prince, en ook in Stevie Wonder’s Wonderland Studio. Mijn eerste productie is gemasterd op de pro-versie van de PMC Fact fenestria, door Peter Brussee van masteringstudio Q-Point als 5.1 set overgenomen van Peter Gabriel die, zoals bekend, zijn eigen studio heeft. Toch kent het merk een nog niet zo lange geschiedenis. PMC staat voor Professional Monitor Company en is in 1991 opgericht door Peter Thomas van de BBC en Adrian Loader van radio/studiocomplex FWO Bauch. Het eerste product van de twee is de BB5-A. (Niet zonder Britse zelfspot zo genoemd: BB staat niet voor Brigitte Bardot maar voor Big Box, ‘5’ voor het eerste geslaagde experiment en A voor Active). De monitor slaat vrijwel direct aan. De lijn naar de BBC kan via Peter Thomas ook niet korter. De Maida Vale Studio van de BBC neemt het ontwerp direct over, voor eigen gebruik en hetzelfde geldt voor studio Metropolis Mastering, beide te London. Succes geboren, de rest is geschiedenis.

 

Ongekleurd

 

De appel valt niet ver van de boom. Dat merk je als je naar de hifi-lijn van Dynaudio luistert. Het DNA van het Deense merk is gebrandmerkt door naam en faam in de studio en dat sijpelt door in de huiskamer. Hetzelfde geldt voor het Amerikaans ATC en zeker ook voor PMC. De directe, ongekleurde weergave die PMC in korte tijd zo’n legendarische status in de pro-wereld over de hele globe heeft opgeleverd, manifesteert zich prominent in de high-end modellen. Verwacht geen mooimakers, maar een heerlijke, ongekleurde weergave die volledig recht doet aan de kwaliteit van de productie. De Fact fenestria doet dit op verpletterende wijze. Heb het al diverse malen mogen ervaren met PMC’s topmodel. En bezoekers aan hifi-beurzen, waaronder de Dutch Audio Show en Noir et Blanc show te Brussel, zullen dit alleen maar beamen. Een ander model van PMC, de fact.12, is een tijd als logee over de vloer geweest en ook deze ranke vloerstaander vertoont dit karakter, op overtuigende wijze. Geldt dat voor de gehele Home Audio lijn? Om te beginnen de entree van de Prodigy. Heb van first-date tv-programma’s (nee, ik doe niet mee, en ben happy single)begrepen dat de eerste indruk het belangrijkst is. Om in stijl te blijven: verbijstering, ongeloof en op slag verliefd, daar in Haarlem. Na het geweld van MU2 en de enorme Fact fenestria, werd als laatste sessie een piepklein opdondertje tot klinken gebracht. Als eerst afgespeelde opname nota bene een contrabas. Ben inmiddels toch echt wel wat gewend, maar de manier waarop de PMC monitor dit monsterlijke, lastige (en monsterlijk lastige) instrument tot leven wist te wekken was wonderlijk. Oké, de aangesloten versterking van Halcro kost een lieflijke 70.000 euro en de bron, Grimm Audio’s kersverse MU2, gaat voor 18.000 eurp over de toonbank en is zo ongeveer het beste dat je op dit gebied kunt krijgen, maar toch. Heb stiekem even gekeken of er niet – al even stiekem – een subwoofer een en ander influisterde vanuit de coulissen, maar dat was toch echt niet het geval.  

 

Frost

 

Dave Frost van PMC kwam overvliegen uit de UK om een toelichting te geven op de home-audio lijn van PMC, naar aanleiding van de opgestelde Fact fenestria. En de tweede aanleiding van zijn bezoek was de introductie van de nieuwe Prodigy modellen. Heb na de indrukwekkende sessie in de Artone Studio met Dave Frost en Bert Bazuin van importeur Terrason Audio kunnen afspreken dat de eerste beschikbare exemplaren z.s.m. in de kwijlende handjes van ondergetekende zouden belanden. En ja hoor, al na enkele weken werd aangebeld. De lijn bestaat uit twee modellen, de Prodigy1 en de Prodigy5. De eerste is een kleine monitor, de tweede een vloerstaander. Als eerste mag ik me ontfermen over de Prodigy1, de vloerstaander volgt hopelijk later. Beide modellen zitten qua prijs in de lagere regionen van PMC. De Twenty-5 serie, bijvoorbeeld, is een klasse hoger. Beide modellen hebben dezelfde drivers. Het verschil zit, uiteraard, in de omvang van de kast, waardoor de vloerstaander meer laag produceert. Maar er zijn meer factoren, zoals de toepassing van de Advanced Transmission Line (ATL), een techniek die zorgt voor een betere laagweergave.

PMC geeft hoog op van haar Prodigy, vrij vertaald ‘wonderkind’. En afgaande op de eerste indruk is er niets mis met die kwalificatie. Naar eigen zeggen is de Prodigy het resultaat van meer dan dertig jaar onderzoek, meten en luisteren. Hoofddesigner Oliver Thomas: “De Prodigy is terug te voeren op ons vlaggenschip, de QB1 studiomonitor, en niet alleen stilistisch. Veel van de voor de QB1 ontwikkelde technieken zijn toegepast, zodat je echt ‘de studio in huis haalt’ met de nieuwe lijn. Zowel de monitor als de vloerstaander zijn voorzien van een 27 mm ‘softdome’ tweeter en een ‘long-throw’ 130 mm woofer, gemaakt van een weefsel met natuurlijke vezel. Beide modellen maken gebruik van Advanced Transmission Line, maar door de grotere kast loopt de weergave van het laag bij de Prodigy5 verder door dan bij onze bescheiden huisgenoot. 

 

Dolby Atmos

 

In aanvulling op de ATL is Laminair toegepast, eveneens een techniek uit de stal van PMC. Deze aerodynamisch ontworpen ventilatieopening aan het eind van de luchtverplaatsing in de kast regelt de uitlaat van de lucht door de weerstand sterk te verminderen. Dit verhoogt, naar eigen zeggen, de efficiëntie en elimineert iedere vorm van bijgeluid dat door de luchtstroom kan ontstaan. “Het resultaat is een basweergave met nauwkeurige timing en een uitstekend dynamisch bereik.” Beide technieken staan in nauw verband met de werking van de 130 mm woofer. Door de beperkte omvang is de Prodigy1 bedoeld voor kleine tot middelgrote kamers. Beide drivers plus de genoemde technieken hebben hun waarde dus lang en breed bewezen. De basunit, uit de PMC ci-serie, is volgens de fabrikant de referentie geworden voor de mix van Dolby Atmos content, wereldwijd. De soft-dome tweeter is afgeleid van het type driver dat in de PMC Result6 studiomonitor wordt toegepast, “waardoor de Prodigy1 een studiokarakter krijgt dat PMC’s ‘from studio to home’ filosofie versterkt.”

Oké, genoeg geciteerd van PMC. Tijd voor actie. Nee, de Halcro’s van Bert Bazuin bleven thuis, evenals de MU2. Moet het in de Spuistraat doen met wat mindere goden, maar toch ook niet gering: de Heed Lagrange, aangevuld met de Mytek Manhattan II / Brooklyn combinatie en de Yamaha RN-2000A receiver. Als bron fungeerden de streamer in de Yamaha en het Primare DD 35 CD-transport. Bekabeling van Henny Groenendijk en muzieksmaak van ondergetekende. Zo, kom daar maar eens tussen.

 

Toen was het feest

 

En? Klopten de hooggespannen verwachtingen? Nou, reken maar. Nee, het niveau in de Artone Studio is niet gehaald, dat zou ook al te dol zijn geweest. Die eerste indruk bleef echter ferm overeind. Volgens de importeur waren deze exemplaren van de Prodigy1 lang ingespeeld. Mijn oren dachten daar iets anders over, maar dat kan ook te maken hebben met de relatieve versheid van de Yamaha. Heb voor de zekerheid alles, dus alle versterking, lange tijd laten loeien voordat de laptop op schoot (be)landde. Wat hoor ik allemaal? Om te beginnen een typische boekenplankluidspreker: compact, helder en een stevig laag dat niet zover doorloopt. Toch is deze Prodigy1 heel bijzonder, zo bijzonder dat het zich onderscheidt van alle andere monitoren die ik tot nu toe heb mogen beluisteren in deze prijsklasse. Om te beginnen is het stereobeeld zeer prominent en vooral zo ‘aanwezig’. Breedte en diepte zijn ongekend, voor zo’n ukkepuk. Dat uit zich in een transparante, warme horizon, als het om de plaatsing van de instrumenten gaat, maar ook in een fenomeen als Q-sound. Nee, uiteraard is het jitter-gehalte met deze set niet van het fenomenale niveau dat de MU2 tentoonspreidt. Er blijft een licht prikkeldraadgevoel hangen in de Prodigy1, maar dat kun je de luidspreker niet kwalijk nemen. Ik zou nog pagina’s kunnen doorgaan over wat deze monitor doet met mijn muziekbronnen, maar dat is niet zo zinvol. De belangrijkste conclusie is dat de opmerkingen van PMC over de ‘from studio to home’ filosofie bepaald geen grootspraak zijn. Ik heb in deze prijsklasse nooit betere monitoren gehoord. Dat dit ook met persoonlijke smaak te maken heeft staat buiten kijf, maar ik zou dringend willen adviseren om u van mijn woorden niets aan te trekken en met gezwinde spoed de weg richting winkel (lees: de betere hifi-zaak) in te zetten om dit wonder met eigen oren te ervaren.